Wat verandert er precies in 2026?
De grootste blikvanger in de nieuwe regels: de introductie van Z-modus en X-modus. Geen sciencefiction, maar aerodynamische standen die coureurs handmatig kunnen activeren. Z-modus draait om maximale downforce in de bochten, waarbij zowel voor- als achtervleugel kantelen om meer grip te genereren. X-modus daarentegen minimaliseert de luchtweerstand, vooral nuttig op rechte stukken. De DRS zoals we die nu kennen verdwijnt dus, maar maakt plaats voor iets nóg geavanceerders.
De nieuwe auto’s krijgen kleinere, beweegbare vleugels – met name de voorvleugel wordt 10 centimeter smaller en komt met twee afzonderlijk verstelbare elementen. De achtervleugel krijgt drie elementen, maar de zogeheten beam wing verdwijnt volledig.
Pirelli moet vooruit testen – en dat levert een probleem op
Om hun banden optimaal te kunnen voorbereiden op deze toekomstmuziek, heeft Pirelli dit seizoen meerdere testmomenten op de kalender staan. Zo stappen Alpine, McLaren en Racing Bulls na de GP van Hongarije het circuit van de Hungaroring op voor een tweedaagse test. Ferrari, Red Bull en Haas volgen later in Italië en Mexico.
Alleen: met de huidige auto’s kún je de Z- en X-modus niet simuleren, want hun vleugels zijn helemaal niet beweegbaar. Nieuwe hydraulische systemen inbouwen zou normaal gesproken betekenen dat teams hun bolides moeten onderwerpen aan verplichte crashtests om goedkeuring te krijgen – een proces dat weken tot maanden duurt en miljoenen kost.
De FIA grijpt in: richtlijn maakt weg vrij voor testvleugels
Om tijd en kosten te besparen, heeft de FIA nu besloten dat teams uitsluitend voor deze tests mogen afwijken van de reglementen. Ze mogen een beweegbare voorvleugel installeren zónder verplichting tot crashtests of homologatie. De veiligheid blijft uiteraard een aandachtspunt, maar de bond vertrouwt erop dat de teams dit verantwoord aanpakken.
Achtervleugels blijven wél buiten schot, die mogen voorlopig nog niet beweegbaar worden gemaakt voor testdoeleinden.
Komen de teams op tijd?
Of er daadwerkelijk teams zijn die op korte termijn een werkende, beweegbare voorvleugel kunnen ontwerpen én bouwen, is nog onduidelijk. Het is technisch uitdagend en logistiek krap. Toch is de kans groot dat ten minste enkele topteams de handschoen oppakken. De informatie over de banden en luchtstromen bij actieve aerodynamica kan goud waard zijn richting het 2026-seizoen.
Wat wél duidelijk is: de FIA wacht niet langer af. De toekomst van de Formule 1 begint niet pas over anderhalf jaar – die is nu al in beweging gezet.
