McLaren profiteerde slim van flexibel vleugelmechanisme
Het hele verhaal begon toen McLaren vorig seizoen ontdekte dat hun DRS-flap boven de 270 km/u een fractie verder doorboog dan de bedoeling was. Hierdoor verminderde de luchtweerstand en konden Lando Norris en Oscar Piastri een hogere topsnelheid halen zonder in te leveren op downforce in de bochten. Zodra de snelheid weer onder de 270 km/u zakte, sloot de vleugel zich netjes, alsof er niets aan de hand was. Een technisch meesterwerkje, maar wel eentje waar de FIA nu een stokje voor steekt.
Nieuwe regels om ‘slimme’ achtervleugels te stoppen
Om te voorkomen dat teams blijven experimenteren met flexibele achtervleugels, heeft de FIA voor het 2025-seizoen de maximale opening tussen de DRS-flap en het hoofdvlak van de achtervleugel – ook wel de ‘slot gap’ genoemd – beperkt tot twee millimeter. Dit moest voorkomen dat teams extra snelheid uit hun aerodynamica haalden. Maar tijdens de Grand Prix van Australië werd al snel duidelijk dat sommige teams, waaronder McLaren, toch nog een manier hadden gevonden om deze regel te omzeilen.
Daarom voert de FIA per direct een strengere limiet in: vanaf de Grand Prix van China mag er nog maar 0,5 millimeter speling zijn tussen de DRS-flap en het hoofdvlak van de achtervleugel.
McLaren krijgt een laatste adempauze
Omdat de regelwijziging op korte termijn komt, krijgen teams nog een kleine tegemoetkoming. Tijdens de race in China geldt er een eenmalige tolerantie van 0,25 mm, zodat de teams zich beter kunnen aanpassen. Maar vanaf de Grand Prix van Japan is de maatregel keihard: geen enkele tolerantie meer, en alle achtervleugels moeten volledig aan de nieuwe eis voldoen.
Voor McLaren betekent dit dat ze razendsnel hun ontwerp moeten aanpassen. Anders kunnen ze hun voordeel wel vergeten – en misschien zelfs tegen technische afkeuringen aanlopen.