“Het is letterlijk mijn ergste nachtmerrie,” vertelde Norris na afloop. “Wanneer ik slecht droom, gaat het altijd over remmen die niet werken.” Blijkbaar dromen Formule 1-coureurs dus ook gewoon over technische ellende. Dat voelt dan toch wat menselijker.
Een vliegende start… met een noodstop
Tot aan de race in China leek er geen vuiltje aan de lucht voor Norris. Met 44 punten uit twee races was hij begonnen aan het seizoen alsof hij op een PlayStation-controller reed. De McLaren was razendsnel en alles leek op rolletjes te lopen. Maar net als je denkt dat je in een Hollywood-sportfilm speelt, gooit de realiteit er een plottwist in. In de laatste stadia van de race begonnen de rondetijden van Norris dramatisch af te nemen. “In de laatste ronden verloor ik twee, drie, vier seconden per ronde,” legde hij uit. “Het is echt geen fijn gevoel om in de auto te zitten, te rekenen op een stevige remdruk – en dan gewoon niets voelen.”
Het mag een wonder heten dat Norris ondanks dit hachelijke avontuur alsnog als tweede eindigde. Misschien niet de glimmende beker waar hij op hoopte, maar je zou bijna een bloemetje verwachten voor het überhaupt halen van de finish.
Team McLaren sloeg alarm… alleen iets eerder dan Norris
Wat de situatie nog pijnlijker maakt, is dat het team blijkbaar al vroeg doorhad dat er iets mis was. De ingenieurs bij McLaren zagen de problemen aankomen via de sensoren en probeerden Norris via de boordradio gerust te stellen. Wat zeg je dan? “Hé Lando, niet schrikken, maar… je remmen zijn op vakantie.” Geen idee hoe dat ging, maar geruststellend klonk het vast niet. Toch hield Norris het hoofd koel, iets waar je in zo’n situatie alleen maar bewondering voor kunt hebben.