Felipe Drugovich, reservecoureur bij Aston Martin, was het opvallend genoeg met hem eens. Hij vergeleek de prestaties van de nieuwe generatie auto’s met een raket: “De auto schiet als een gek uit de bochten. Je hebt het gevoel dat je op een raket zit.”
Maar niet iedereen liet zich meeslepen in die snelheidseuforie.
Verstappen tempert verwachtingen
Max Verstappen, regerend wereldkampioen en zelden te betrappen op ondoordachte uitspraken, bleef nuchter. De Nederlander maakte al snel duidelijk dat zulke snelheden volgens hem simpelweg niet aan de orde zullen zijn. “Ik denk dat de FIA al wel redelijk heeft uitgelegd dat ze dat niet toelaten,” verklaarde hij. “Op bepaalde circuits beperken ze dat wel. Ik wil niet zeggen dat ze er een soort limiet opzetten, maar er wordt wel naar gekeken dat je niet al te hard gaat.”
Die opmerking bleek de vinger op de zere plek te leggen.
FIA reageert fel: “Fysiek en technisch onmogelijk”
De FIA liet er deze week namelijk geen gras over groeien. In een reactie via PlanetF1 bevestigde Nikolas Tombazis, directeur single-seaters bij de internationale autosportbond, dat de suggestie van Wolff ver bezijden de waarheid is. “Ik kan je verzekeren dat er geen snelheden van 400 km/u zullen worden gehaald,” stelde hij resoluut.
Volgens Tombazis is het technisch gezien onmogelijk om dergelijke snelheden te halen onder de nieuwe regelgeving. Zelfs als je in theorie de vermogensoutput en de aerodynamische efficiëntie zou maximaliseren, dan nog blijft het toekomstmuziek. “Ik denk dat het meer een luchtige opmerking was. Misschien bedoelde hij dat je met het vermogen en de lage luchtweerstand in theorie zo’n snelheid zou kúnnen halen. Maar dat gaat niet gebeuren.”
Veiligheid als onwrikbare grens
Tombazis wees bovendien op de rol van de FIA als toezichthouder. “We hebben behoorlijk wat controle over de voorschriften, en als het nodig is, hebben we altijd veiligheidsoverwegingen als ultiem wapen. We zouden kunnen ingrijpen als er iets uit de hand loopt.”
Daarmee onderstreept de FIA dat veiligheid boven alles gaat, ook in het tijdperk waarin duurzaamheid, efficiency en technologische innovatie leidend zijn. De opmerking van Wolff lijkt dus meer op een losse flodder dan op een realistisch toekomstscenario.
