In de podcast KieftJansenEgmondGijp blikte Kieft terug op de uitzending: “Het ging over Simon Tahamata en je zag hem denken: ‘Wat mag ik zeggen, wat mag ik niet zeggen?’ Hans vroeg terecht: ‘Ga je nou Tahamata terughalen of niet?’ Hij reageerde: ‘We proberen altijd oud-spelers…’ Er kwam gewoon geen antwoord!”
De oud-international had liever gezien dat Beuker gewoon recht voor zijn raap was geweest: “Zeg dan gewoon dat je klaar bent met Simon Tahamata en dat je er geen zin in hebt, hoe kut dat antwoord ook is. Het was een heel ongemakkelijke jongen.”
Zijn collega Michel van Egmond was het daarmee eens: “Het was ongemakkelijke tv, er was bijna niet doorheen te komen.”
Moeten voetbalbestuurders wel op tv komen?
René van der Gijp, nooit te beroerd om zijn mening te geven, trok de discussie breder en stelde dat voetbalbestuurders überhaupt niets op televisie te zoeken hebben. Volgens hem leidt het zelden tot verhelderende gesprekken en zorgt hun functie ervoor dat ze toch niets kunnen of willen zeggen.
“Alle mensen op die posities, zoals Marijn Beuker en Alex Kroes, moeten gewoon niet op tv verschijnen, want ze zeggen toch niets. Blijf dan weg!” aldus Van der Gijp. Hij trok daarbij de vergelijking met scheidsrechter Bas Nijhuis, die regelmatig aanschuift bij Vandaag Inside en daardoor volgens hem niet meer de mooiste wedstrijden toegewezen krijgt: “Ze vinden het niet leuk dat hij af en toe bij ons zit en een grapje maakt. Hij heeft daar gelukkig schijt aan.”
Wat zei Beuker nou écht over Simon Tahamata?
Te midden van de kritiek is het de vraag of Beuker daadwerkelijk niets zei of dat zijn boodschap gewoon te genuanceerd was voor het directe voetbalpubliek. Over Tahamata, die jarenlang techniektrainer was bij Ajax en een jaar geleden vertrok om in Berlijn een voetbalschool te starten, was Beuker namelijk niet per se vaag.
“Ik heb heel kort met Simon samengewerkt. Toen ik kwam, kondigde hij snel zijn vertrek naar Duitsland aan. Met hem werken was heel prettig. Het is een energieke man,” verklaarde hij. “Met Simon zijn we goed in contact. Een terugkeer is iets om naar te kijken. Wat wil hij, wat willen wij en wat past? Laten we het daar eerst met hem over hebben. Ik vind het een fantastische trainer voor de jeugd en we staan altijd open voor een terugkeer. Maar dat is niet eenvoudig.”
Met andere woorden: de deur staat open, maar er ligt geen contract klaar. Diplomatiek? Ja. Ongemakkelijk? Mogelijk. Maar niets zeggen? Dat is misschien ook weer wat overdreven.
