Tijdens de 0-2 nederlaag van Ajax tegen AZ sloeg Weghorst met zijn elleboog uit naar Wouter Goes. Het moment werd beoordeeld door scheidsrechter Jeroen Manschot, die na het zien van de beelden slechts geel trok. De KNVB heeft inmiddels intern toegegeven dat het een rode kaart had moeten zijn, maar ingrijpen kan niet meer — de situatie is al ‘gezien en beoordeeld’.
“Duizend procent rood”
Theo Janssen, Guus Hiddink en Arno Vermeulen waren het zeldzaam unaniem: dit was geen grijs gebied. “Dit is een rode kaart, duidelijk. Dat is voor mij geen discussie,” zei Janssen. Hiddink sloot zich daarbij aan: “Waarom hij geel geeft? Dat moet je aan de scheidsrechter vragen.”
Vermeulen haakte fel in: “Het is een onbegrijpelijke beslissing. Manschot floot verder een prima wedstrijd, maar dit sloeg nergens op. Hij bekijkt het nota bene zelf op beeld. Natuurlijk is dit duizend procent rood.”
Omdat het moment al beoordeeld is, blijft een schorsing uit. “Daar heeft hij dus enorm geluk mee,” aldus Vermeulen. “Anders had hij zomaar drie duels kunnen missen: FC Twente, Heerenveen en FC Utrecht. Hij mag z’n handen meer dan dichtknijpen.”
“Wat hij ná de wedstrijd doet, vind ik nog kwalijker”
Maar het bleef niet bij kritiek op de scheidsrechter. Wat Weghorst na afloop zei, stuitte de analisten nóg meer tegen de borst. “Hij doet bijna alsof het de schuld van Goes is,” stelde Vermeulen. “Alsof die heel hard tegen z’n elleboog aan komt lopen. Kom op zeg.”
Volgens Vermeulen had Weghorst gewoon moeten toegeven dat hij fout zat. “Als je een kerel bent, zeg je: in de emotie maak ik een domme actie. Dat had ik niet moeten doen. Maar dat doet hij niet. En dat vind ik eerlijk gezegd nog kwalijker dan de elleboog zelf.”
Kritiek op het totaalplaatje
De situatie rond Weghorst tekent volgens sommigen een groter probleem in de arbitrage. De KNVB erkent achteraf dat het fout ging, maar de gevolgen blijven uit. En spelers die zich onterecht vrijuit voelen gaan, zetten daar zelf nog een schepje bovenop. De frustratie bij analisten, fans en betrokkenen lijkt dan ook niet zozeer te gaan over één moment — maar over het patroon dat zich steeds vaker lijkt te herhalen.