Blijf op de hoogte

Voetbal

Ruud Gullit waarschuwt Europa: “Rechtse partijen willen dit niet horen”

Ruud Gullit steekt zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken. In een openhartig interview met beIN Sports snijdt hij een onderwerp aan dat hem al jaren bezighoudt: racisme en discriminatie in het voetbal. Volgens de oud-voetballer – en lid van de commissie-Mijnals – is het probleem zó diepgeworteld dat het naïef is te denken dat het ooit helemaal zal verdwijnen. En erger nog: er is volgens hem simpelweg geen politieke wil om het écht aan te pakken.

“Rechtse partijen willen er niet over praten,” zegt Gullit. “Ze willen het niet horen, maar het gaat escaleren als we niks doen.”

“Zwarte spelers worden uitgescholden – en clubs doen niets”

Gullit noemt het een collectief falen van de voetbalwereld. Spelers worden keer op keer geconfronteerd met racistische spreekkoren, maar clubs en bonden grijpen nauwelijks in. “Niemand doet iets. Dat is het probleem,” zegt hij. “We hebben gezien dat spelers het veld verlieten, maar dat blijft een uitzondering. Je moet van het veld af. Bescherm je spelers.”

Hij haalt een voorbeeld aan uit eigen land: FC Volendam. Daar werd aanvaller Bilal Ould-Chikh volgens zijn eigen verklaring tijdens een wedstrijd racistisch bejegend. Gullit is hard: “Het bestuur deed niets. Gewoon: ‘Ja, weet je…’ – en dan blijft het stil. Dat is pijnlijk.”

Discriminatie zit in alle lagen van de sport

De kritiek van Gullit reikt verder dan het veld. Volgens hem ligt het probleem óók in de bestuurskamers. De KNVB zette met de commissie-Mijnals een stap richting meer diversiteit, maar Gullit ziet nog steeds te weinig kleur op beslissingsniveau. “We willen niet alleen mensen op uitvoerende functies. We willen beslissers. In de top.”

Hij noemt de benoemingen van een vrouwelijke KNVB-voorzitter, Nigel de Jong als technisch directeur en Clarence Seedorf in de raad van commissarissen als vooruitgang. “Maar we zijn er nog lang niet. Veel zwarte mensen mogen meedoen, maar niet meebeslissen.”

“Ze kiezen liever Jan dan Mohammed”

Gullit pakt ook de bredere samenleving bij de kraag. Hij noemt hoe sollicitanten met een niet-Nederlandse naam systematisch minder kans maken op een stage of baan. “Ze krijgen een lijst: Jan de Vries, Kees, Mohammed. En dan zeggen ze: ‘Doe mij maar Jan.’ Dat is het begin van de uitsluiting. Zo creëer je frustratie.”

Volgens hem zorgt die frustratie voor een vertekend beeld in de media. “Dan wordt er gezegd: ‘Zie je wel, ze zijn agressief.’ Nee – jullie hebben die woede veroorzaakt. Geef mensen een kans. Laat ze praten. Meer vragen we niet.”

“Ik heb mijn carrière gehad – nu wil ik iets betekenen voor anderen”

Gullit benadrukt dat hij dit gevecht niet voor zichzelf voert. “Mijn carrière ligt achter me. Maar ik wil dat het beter wordt voor anderen. Jongeren moeten niet tegen dezelfde muren lopen als wij.” Toch erkent hij dat zijn mogelijkheden beperkt zijn. “Binnen de KNVB hebben we invloed, maar daarbuiten? Geen gezag. We kunnen niks. En dat is frustrerend.”

Wat hij wél wil, is breder maatschappelijk draagvlak. En juist daar botst het volgens hem met politieke krachten. “Als we iets zouden kunnen doen met steun van de overheid, dan zouden we meer bereiken. Maar op dit moment willen rechtse partijen er niets over horen. Ze negeren het. Dat is gevaarlijk.”

“Je moet mensen onderdeel maken van jou – dát is de oplossing”

Voor Gullit is het simpel: de enige manier om discriminatie écht aan te pakken, is door mensen niet buiten te sluiten, maar te betrekken. “Je moet proberen ze erbij te halen. Geef ze ruimte. Laat ze meepraten. Laat ze meebeslissen. Dan verander je iets.”

Het is een boodschap die schuurt. Die politici liever ontwijken. Maar Gullit spreekt hem tóch uit. Omdat hij weet dat stil blijven niets oplost. En omdat hij weigert te accepteren dat de volgende generatie in dezelfde schaduw moet opgroeien.

Laat een reactie achter

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer over Voetbal