Nijland maakt meteen duidelijk dat hij het grensoverschrijdende gedrag van Overmars absoluut veroordeelt. Toch vindt hij dat Ajax veel te rigoureus heeft gehandeld. “Uiteraard moet je je fatsoenlijk gedragen, maar dit was wel het andere uiterste,” stelt hij. Volgens hem was het vertrek van Overmars de katalysator voor een structurele terugval.
Machine valt stil
Nijland verwijst met weemoed naar de periode waarin Ajax draaide als een geoliede machine, onder leiding van Overmars, Erik ten Hag, Edwin van der Sar en Henk Veldmate. Een sterk collectief met duidelijke lijnen. Wat daarna volgde? Chaos. “Tjonge jonge, wat een koekenbakkers,” verzucht hij. “Daar waar rust en visie heersen, komt sportief succes vanzelf. Bij Ajax was dat compleet weg.”
Hij vergelijkt de situatie met clubs als AZ, PSV en Feyenoord. “Rust, duidelijke lijnen, herkenbaar beleid – dat zie je daar wél.” Bij Ajax zag hij juist versnippering, wisselend leiderschap en paniekvoetbal op beleidsniveau.
Spanningsveld tussen moraal en belang
De woorden van Nijland raken een gevoelige snaar in het bredere debat rond de zaak-Overmars. Waar sommigen vinden dat Ajax terecht een moreel signaal afgaf, wijzen anderen – zoals Nijland – op de sportieve ravage die volgde. De discussie draait om de vraag: had Ajax niet voor een tussenweg kunnen kiezen? Interne sancties, begeleiding, maar wel vasthouden aan expertise?
Een sprankje hoop
Toch eindigt Nijland niet in mineur. Hij ziet onder het nieuwe duo Alex Kroes en Menno Geelen tekenen van herstel. “Kroes kent de markt, Geelen is degelijk en betrouwbaar,” zegt hij. “Die kunnen de rust terugbrengen.” Zijn boodschap: vasthouden aan structuur, duidelijkheid en beleid. Alleen dan komt Ajax weer op het niveau waar het thuishoort.
Terug naar de basis?
De weg omhoog is ingezet, maar wankel. Sportief wisselvallig, organisatorisch zoekende. Toch gloort er iets van herstel. De vraag is of Ajax deze keer vasthoudt aan zijn principes – of opnieuw in oude valkuilen trapt.
Nijlands kritiek is hard, maar niet rancuneus. Hij is een man van het voetbalbedrijf, met een scherp oog voor bestuurlijke zwakte. En in zijn analyse klinkt vooral één boodschap door: zonder stabiliteit, geen succes. Ajax mag dan Overmars kwijt zijn, maar of het zich zijn vertrek ooit echt heeft kunnen permitteren, blijft de grote vraag.