De aanvaller stond na afloop uitgebreid stil bij zijn prestatie, al bleef hij opmerkelijk nuchter. “Ik ben er blij mee,” begon hij in gesprek met NOS-verslaggever Jeroen Stekelenburg. “Je komt er op een gegeven moment dichterbij in de buurt en de media waren er heel erg mee bezig. Maar ik ben spits. Wat moet ik anders doen dan goals maken?”
Een opmerking die weinig ruimte laat voor interpretatie. Depay weet dondersgoed dat zijn prestaties vaak onder een vergrootglas liggen – zeker wanneer het gaat om zijn imago buiten het veld. Maar op het moment dat de cijfers spreken, is hij niet van plan zich klein te houden.
Subtiele sneer naar critici
De quote “Wat moet ik anders doen dan goals maken?” mag dan ogenschijnlijk luchtig klinken, het is een duidelijk signaal. Memphis laat ermee doorschemeren dat hij genoeg heeft van het eeuwige gemekker over zijn spel, zijn kapsel of zijn houding. In zijn ogen telt één ding boven alles: doelpunten. En met 52 stuks heeft hij er nu meer dan wie dan ook in het Oranje-shirt.
Daarmee zet hij namen als Robin van Persie, Patrick Kluivert en Klaas-Jan Huntelaar achter zich. En precies die iconen noemt hij vervolgens ook – opvallend genoeg – met respect. “Ik ben trots en wil ook al die voorgangers bedanken. Want spelers zoals Patrick Kluivert, Klaas Jan Huntelaar en Arjen Robben hebben mij ook geïnspireerd om te komen waar ik nu ben.”
Tussen trots en strijdlust
Memphis’ toon tijdens het interview was een mix van dankbaarheid en strijdlust. Het record is belangrijk, maar geen eindstation. Hij lijkt zich er juist door gesterkt te voelen. Terwijl het elftal als geheel worstelt met vorm en overtuiging, biedt zijn persoonlijke prestatie hem de kans om de regie over het verhaal te herpakken.
En dat doet hij met gevoel voor timing. De roep om vernieuwing bij Oranje klinkt steeds luider, en Memphis – 30 inmiddels – weet dat de komende toernooien bepalend worden voor zijn nalatenschap in het shirt van Oranje. De cijfers staan, nu de impact nog.
Geen feest, wél een boodschap
Er was zondagavond geen grote viering. Geen ereronde, geen dansje, geen overdaad. Memphis hield het opvallend ingetogen. Maar vergis je niet: dit was een statement. Een moment waarop de veelbesproken aanvaller zelf het narratief bepaalde.
Hij scoorde, brak het record, en zei wat hij moest zeggen. Kort, krachtig, en met een bijpassende blik in de camera. Aan zijn haters: “Jullie praten, ik scoor.”
En als het aan Memphis ligt, is 52 nog lang niet het eindstation.
