Basis faalt, jeugd brengt hoop
De oefenwedstrijd eindigde in een teleurstellend gelijkspel: 1-1. Op papier had Ajax met namen als Wout Weghorst, Lucas Rosa, Fitz-Jim en Berghuis genoeg kwaliteit aan de aftrap. In de praktijk was het echter Aarhus dat gevaarlijker oogde en Ajax bij vlagen pijn deed in de omschakeling. Keeper Vitezslav Jaros stond vaker wankel dan stabiel, maar maakte dat deels goed met zijn spel aan de bal.
Pas na rust, met onder meer Rayane Bounida, Jorthy Mokio en Sean Steur in het veld, kwam er wat flair en lef in het spel. En opvallend: juist die jonge spelers kregen na afloop lof, terwijl sommige routiniers niet eens genoemd werden in de analyse van De Telegraaf – een stilzwijgende afrekening.
“Laat ze maar kleedkamer twee poetsen”
Onder Ajax-fans op sociale media is het sentiment inmiddels omgeslagen van bezorgd naar ronduit vernietigend. “Degene die Klaassen en Berghuis twee jaar heeft bij laten tekenen moet verbannen worden naar Siberië en de rest van zijn leven ijsklontjes hakken,” schrijft een boze fan op X. Een ander noemt het “lachwekkend” dat zij de leiders van het team zouden moeten zijn. De roep om definitief afscheid wordt steeds luider: “Naar kleedkamer twee met die gasten.”
Dat de jeugd zich steeds meer aandient, zorgt voor extra druk op de positie van de routiniers. Steur, Bounida en Mokio laten zich gelden in oefenduels – Berghuis en Klaassen lijken ondertussen de grip kwijt. Het contrast is pijnlijk zichtbaar.
Nieuwe trainer, oude zorgen
Voor John Heitinga, die deze zomer het stokje overnam, is het dilemma helder: hoe ga je om met ervaren krachten die te weinig brengen, maar wél het salarishuis flink belasten? Ajax zit midden in een reorganisatie, waarin afscheid wordt genomen van dure, niet-renderende spelers. De vraag is of Klaassen en Berghuis nog in dat plaatje passen.
De conclusie van de achterban is alvast duidelijk: Ajax moet niet alleen investeren in talent, maar ook durven snijden in sentiment. En dat zou zomaar kunnen betekenen dat er voor sommige ‘namen’ binnenkort geen plaats meer is – zelfs niet in kleedkamer één.