“Toen het goed ging, stonden ze op de stoep”
In gesprek met de NOS spreekt Ihattaren zich ongekend fel uit over zijn relatie met het Nederlandse voetbal. Hij voelt zich afgedankt, weggezet en verraden. “Heb je het niet gezien?” opent hij retorisch. “Ik ben na een mindere periode afgeschreven door de meeste Nederlanders, door 99 procent van de mensen. Toen het goed ging, stonden ze bij PSV aan de deur te smeken. Maar als het minder gaat, dan ben je stront.”
Het zijn harde woorden van een speler die ooit tot de grootste talenten van zijn generatie werd gerekend. Ihattaren, die zelf toegeeft fouten te hebben gemaakt, ergert zich vooral aan de dubbele standaard in hoe hij werd behandeld. “Als je het goed doet, dan ben je een Nederlander. Als je het slecht doet, dan ben je een Marokkaan.”
Hij verwijst naar hoe de publieke opinie en media met zijn achtergrond zijn omgegaan. “Als ik word aangehouden, ben ik een 20-jarige Utrechter met een Marokkaanse afkomst. Als ik weer scoor, vragen ze waarom ik niet voor het Nederlands elftal kies. Het is gewoon hypocriet.”
Beschadigd vertrouwen in de KNVB
Het breekpunt ligt niet alleen bij het publiek, maar ook bij de KNVB zelf. Ihattaren claimt dat de bond hem een deelname aan het EK met Jong Oranje had beloofd. Die belofte werd niet nagekomen. “Dat is niet netjes,” stelt hij scherp. “Maar mijn keuze voor Marokko had ik al gemaakt vóórdat ik dat EK überhaupt zou spelen.”
Het lijkt een nuance, maar is veelzeggend: Ihattaren had het EK met Jong Oranje nog willen meemaken, maar het Nederlands elftal? Daar ligt de deur definitief dicht. “Nooit meer,” zegt hij stellig.
Een terugblik vol ruis
De carrière van Ihattaren is al jaren onderwerp van discussie. Toptalent bij PSV, gevolgd door een reeks sportieve en persoonlijke misstappen, en periodes van afwezigheid. Clubs als Ajax en Juventus konden hem niet op het rechte spoor houden. Toch bleef bij sommigen de hoop bestaan op een wederopstanding in het Oranje-shirt.
Die hoop is nu officieel vervlogen. Ihattaren heeft zijn keuze gemaakt. Niet als gebaar van rancune, zegt hij, maar als gevolg van hoe hij is behandeld. Wat overblijft, is een getalenteerde speler met gekrenkt vertrouwen in het voetbal waar hij ooit voor koos.
En een voetbalbond die, als zijn woorden kloppen, niet alleen een speler kwijtraakt — maar ook een stukje geloofwaardigheid.