Blijf op de hoogte

Voetbal

Ajax deelt financiële klap uit aan Feyenoord!

De transfermarkt is zelden rechtvaardig. Wie Feyenoord naast Ajax legt, ziet op het eerste gezicht twee clubs die spelers opleiden, verkopen en sportief mee blijven draaien. Maar onder de streep is er een hardnekkig verschil: Ajax sleept stelselmatig hogere bedragen binnen. En dat is geen toeval.

© Proshots

De Amsterdammers liften al jaren mee op de zichtbaarheid die diepe Champions League-campagnes opleveren. Dat begon nadrukkelijk na het succesjaar 2018/2019. Spelers als Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt en Antony vertrokken voor respectievelijk 86, 85 en zelfs 100 miljoen euro. Geen van die bedragen kwam uit het niets. Ze waren het gevolg van prestaties op het hoogste podium, zichtbaar voor scouts, analisten en de besluitvormers van Europa’s topclubs.

Feyenoord, dat pas sinds enkele jaren weer stabiel presteert, heeft zo’n moment nog niet gekend. De club doet het goed in Europa, overwintert geregeld en is in Nederland weer een serieuze titelkandidaat. Maar de ene cruciale Champions League-run ontbreekt nog, en juist die kan het prijskaartje van spelers verdubbelen.

Feyenoord verkoopt goed, maar piekt nog niet

Toch heeft de club onder Dennis te Kloese een stabiele verkoopmachine opgebouwd. Sinds zijn aanstelling vertrekt er elk jaar minstens één speler voor tussen de 25 en 35 miljoen euro. De lijst groeit gestaag: Sinisterra (25 miljoen), Kökçü (30 miljoen), Wieffer (32 miljoen), en recent ook Giménez, Paixão en Hancko – allemaal goed voor bedragen boven de dertig miljoen.

Het is geen toeval, maar het resultaat van gericht beleid. Feyenoord creëert waarde door spelers sportief te laten renderen in eigen huis, en zet vervolgens in op het juiste verkoopmoment. Daarbij blijft de club trouw aan zijn strategie: geen paniekaankopen, geen overbiedingen.

Inkoopstrategie: value first, risico bewust

Waar Feyenoord zich ook onderscheidt, is aan de voorkant van de markt. De club investeert zelden boven de tien miljoen euro in een speler. Onder Te Kloese liggen de meeste aankopen tussen de twee en acht miljoen. Denk aan Giménez (6 miljoen), Paixão (4,5 miljoen) en Hancko (8,3 miljoen). Stuk voor stuk spelers die sportief én financieel meerwaarde boden.

Niet elke gok pakt uit. Zerrouki en Ivanušec kwamen voor zo’n acht miljoen, maar bleken (vooralsnog) geen goudmijnen. Het hoort bij het model. Feyenoord koopt met oog op rendement, niet op directe status. De winst zit in het totaalplaatje, niet in elk individueel dossier.

Waarom Ajax blijft domineren in de verkoopranglijst

De sleutel ligt in zichtbaarheid. Ajax had, met de Champions League als uithangbord, het momentum om zijn spelers op het toppunt van hun marktwaarde te verkopen. Feyenoord zit structureel net onder dat plafond. De nationale successen zijn er, maar de internationale doorbraak op topniveau – kwartfinale of verder – blijft uit.

En juist dat momentum maakt het verschil tussen een transfersom van 35 miljoen en eentje van 70 miljoen. Scouts kijken, maar pas als de hele wereld meekijkt, worden de bedragen echt astronomisch.

Wat gebeurt er met het geld?

De miljoenen verdwijnen niet stilletjes uit Rotterdam. Een deel van de winst wordt gebruikt om de macht van de investeringsgroep ‘Vrienden van Feyenoord’ geleidelijk af te bouwen. Minder externe invloed betekent meer ruimte voor zelfstandig beleid.

Daarnaast wordt geld gereserveerd voor renovatie van De Kuip. Niet voor een nieuw stadion, maar voor modernisering. Hospitality-ruimten, sponsorcapaciteit, wedstrijddag-inkomsten: het zijn groeikansen buiten het veld, die bijdragen aan structureel hogere omzet.

De volgende stap: doorbraak op het hoogste podium

Wat moet er gebeuren om Ajax qua transferinkomsten bij te benen? Simpel: Feyenoord moet doorstoten in de Champions League. Niet alleen meedoen, maar echt opvallen. Een kwartfinale, een halve finale, of tenminste een spraakmakende uitschakeling van een Europese grootmacht.

Daarvoor moet het team intact blijven tot na de groepsfase. Spelers verkopen vóór het toernooi ondermijnt het potentieel. En dus is het verhogen van salarissen – binnen de perken – geen luxe, maar een noodzakelijke stap om sportieve stabiliteit te waarborgen.

Scouting blijft daarin een cruciale factor. Het value-model kan alleen overleven als nieuwe parels tijdig worden ontdekt, nog voordat de concurrentie ze op het oog heeft.

Eredivisie blijft springplank, geen eindstation

De Nederlandse competitie blijft financieel beperkt. Dat maakt Europese prestaties des te belangrijker. Ajax toonde met één succesjaar hoeveel impact dat kan hebben. Feyenoord lijkt de fundamenten inmiddels op orde te hebben: de verkooplijn loopt, de begroting groeit, en het sportieve ritme is stabiel.

Wat ontbreekt, is die ene magische campagne. De Champions League als versterker, als multiplier van waarde. Lukt dat, dan kan de transferbalans tussen Rotterdam en Amsterdam er binnen een paar jaar heel anders uitzien.

Tot die tijd blijft Feyenoord bouwen. Gestaag, verstandig, maar met de blik op een sprong die steeds dichterbij komt.

Laat een reactie achter

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer over Voetbal