Geruchtenmachine draait op volle toeren
In de paddock gonsde het van de verhalen: Norris zou rally-auto’s hebben getest, zo meldde voormalig Williams-teambaas Peter Windsor. Dat nieuws verspreidde zich razendsnel, mede gevoed door Norris’ bekende liefde voor alles wat op vier wielen rijdt. Maar de Brit zelf maakte korte metten met de roddels.
“Ik wilde hier echt binnenkomen en zeggen: ‘Ja, het is waar,’ maar dat is het niet,” verklaarde Norris tegenover de verzamelde media. Hij wees met een knipoog naar zijn baas: “Zak laat me geen rallyauto’s besturen, waarschijnlijk om goede redenen.”
“Soms zie je hoe slecht de media werkt”
Norris nam geen blad voor de mond over hoe de geruchten ontstaan waren. “Het laat soms zien hoe slecht het is,” zei hij kritisch. “Even iets vragen voordat je het de wereld inslingert, lijkt me niet zo moeilijk.”
Dat neemt niet weg dat hij de aantrekkingskracht van rallyrijden niet onder stoelen of banken steekt. “Ik heb enorm veel respect voor rallyrijders,” bekende hij. “Ze zijn zeker een beetje krankzinnig, maar ik zou het geweldig vinden. Het is totaal anders dan wat ik nu doe, maar nog steeds autorijden – alleen dan een stuk gevaarlijker.”
Rallydroom blijft op de bucketlist
Hoewel een overstap voorlopig niet aan de orde is, sluit Norris niet uit dat hij in de toekomst alsnog zijn rallydroom waarmaakt. “Het zou leuk zijn om ooit een headline te zien waarin het wél klopt,” lachte hij. “Het is absoluut iets dat ik in mijn leven nog eens wil ervaren.”
Voor nu is de focus echter volledig gericht op zijn Formule 1-carrière. Norris jaagt op zijn eerste wereldtitel en moet daarbij niet alleen Oscar Piastri — zijn teamgenoot en winnaar in Jeddah — maar ook Max Verstappen voor zich dulden.
De strijd is fel, maar als het aan Norris ligt, blijft hij voorlopig nog even de asfaltkoning — al lonkt het onverharde pad op de langere termijn.