Waar Piastri het incident als onnodig en respectloos bestempelde, haalde Norris juist zijn schouders op. Sterker nog, hij vond het niet meer dan een typische racer move. En wie daar anders over denkt? Die moet volgens hem überhaupt geen plek hebben op de Formule 1-grid.
“Ik zag gewoon een gat en nam het”
Na de race, die hij als derde finishte achter Verstappen en Russell, gaf Norris zijn visie op het incident. “Ik had een goede start,” begon hij. “De rechterkant van de grid had veel grip. Dus ik ging naar de binnenkant en plaatste mezelf slim in de bochtencombinatie. Er lag een groot gat aan de binnenkant van Oscar, dus ik dook erin.”
Voor Norris was het een simpele racebeslissing – niets meer, niets minder. Maar dat zag Piastri duidelijk anders. De Australiër was woedend over het feit dat zijn teamgenoot hem in de openingsronde zo hard aanpakte, en dat het team vervolgens geen duidelijke stelling tegen Norris innam. Hij liet zijn ongenoegen blijken door zijn boordradio stil te zetten en weigerde na afloop verdere commentaar te geven.
Norris: “Iedere coureur had hetzelfde gedaan”
De kritiek die volgde, zowel van Piastri als van sommigen in de paddock, schoot bij Norris in het verkeerde keelgat. “Iedereen op de grid zou precies hetzelfde gedaan hebben als ik,” zei hij na afloop. “Als je mij verwijt dat ik gewoon een kans pak aan de binnenkant, dan hoor je niet thuis in de Formule 1.”
Met die uitspraak lijkt Norris zich niet alleen te verdedigen, maar ook een duidelijke sneer richting zijn teamgenoot uit te delen. Want ook al noemt hij Piastri niet bij naam, de boodschap is helder: wie zich gepasseerd voelt door een gewaagde inhaalactie, moet zich afvragen of hij wel in de juiste sport zit.
Teamleiding kiest (voorlopig) kant Norris
De reacties vanuit het McLaren-management hielpen niet om de situatie te sussen. Volgens insiders zou de teamleiding achter Norris staan in de kwestie, mede vanwege zijn positie in het kampioenschap en zijn ervaring binnen het team. Piastri, die op papier nog vóór Norris staat in de WK-stand, voelde zich daardoor opnieuw gepasseerd – nu niet op de baan, maar binnen de organisatie.
De Australiër vertrok zichtbaar geïrriteerd uit de paddock en liet de pers grotendeels links liggen. Een signaal dat de sfeer tussen de twee McLaren-coureurs op scherp staat.
Succes overschaduwd door interne spanningen
Ironisch genoeg had McLaren sportief gezien een sterke dag. Het team pakte belangrijke punten en verzekerde zich zelfs van de constructeurstitel, mede dankzij het resultaat van Norris. Toch bleef er na afloop weinig ruimte voor feeststemming. De clash tussen de twee rijders legde een splijtzwam bloot die al langer onder het oppervlak sluimerde.
De grote vraag is nu: hoe lang blijft dit goed gaan? McLaren heeft twee van de meest getalenteerde jonge coureurs op de grid, maar met stijgende spanning en botsende ego’s lijkt een ontploffing slechts een kwestie van tijd. Singapore was misschien de eerste vonk. De rest van het seizoen zal uitwijzen of het vuur dooft – of verder oplaait.
