“Hij loopt goed, maar voor niks”
In de podcast Boskamp & Kleine Gijp was het Nicky van der Gijp die voorzichtig stelde dat Feyenoord in de grotere wedstrijden misschien beter af is zonder Steijn. Een middenveld met Timber, Hwang en Valente zou “voetballend meer rust brengen”. Jan Boskamp dacht daar heel anders over.
“Nee joh,” reageerde hij fel. “Je moet voor de gein eens kijken wat Steijn allemaal loopt. Hij maakt constant diepgang, zoekt de ruimtes slim op, maar die ballen komen gewoon zelden. Hij loopt vaak voor niks.” Volgens Boskamp ligt de oorzaak bij het gebrek aan chemie met de spits: “Bij FC Twente had hij Van Wolfswinkel of Lammers voor zich — die begrepen hem. Ueda moet dat nog leren.”
Statistieken liegen niet
Toch is Steijn zeker niet onzichtbaar in de cijfers. In zijn debuutwedstrijd tegen NAC Breda liet hij meteen van zich horen met een doelpunt. Een week later was het opnieuw raak. En in het 3-3 gelijkspel tegen AZ benutte hij een strafschop én leverde hij de assist op het doelpunt van Anis Hadj Moussa.
Drie goals en een assist in de eerste competitieweken: cijfers waar weinig nieuwe spelers aan tippen. Toch blijft de kritiek op zijn “invloed op het spel” terugkomen.
Misplaatste kritiek?
Volgens Boskamp is die kritiek niet alleen onterecht, maar ook kortzichtig. “Steijn doet wat een nummer 10 moet doen: ruimtes zoeken, loopacties maken, zich aanbieden. Maar als je daar vervolgens geen bal op krijgt, dan kun je er nog zo goed tussen staan, maar dan gebeurt er niks.”
Hij wijst vooral naar de automatismen die nog ontbreken. “Het is nog geen ingespeeld elftal. Ueda is nog zoekende, de middenvelders kijken vaak eerst breed of terug. Dan loopt Steijn zich het schompes, maar niemand ziet ‘m.”
Vertrouwen of verschuiven?
Binnen de supportersgroepen wordt ondertussen druk gediscussieerd. Moet Arne Slot vasthouden aan Steijn, of schuift hij straks in de topwedstrijden liever met Timber als aanvallende pion? Het antwoord zal afhangen van hoe snel de connectie tussen Steijn en de rest van de aanvalslinie zich ontwikkelt.
Maar als het aan Boskamp ligt, is er geen twijfel. “Die jongen moet gewoon blijven staan. Niet omdat hij al perfect is, maar omdat hij de juiste dingen doet. Alleen moeten z’n ploeggenoten dat nog gaan zien.”
En zolang dat niet gebeurt, blijft het beeld ontstaan van een middenvelder die ‘te weinig brengt’. Terwijl hij in werkelijkheid misschien vooral te vaak over het hoofd wordt gezien.