Op de bank viel hij puffend neer, de handdoek over zijn hoofd, ogen op oneindig. Een symbolisch moment, dat veel zegt over de aanpassing die hij moet ondergaan.
Eén moment van klasse, dan de tank leeg
Toch begon zijn optreden hoopvol. Moro viel op met felle dribbels, versnellingen en een uitstekende combinatie met Owen Wijndal, die uiteindelijk leidde tot de 1-1 via Klaassen. Ajax kreeg even een glimp te zien van wat Moro zou kunnen brengen: flair, balgevoel en diepgang op links. Maar na dat eerste halfuur ging het licht langzaam uit.
Zijn voorzetten werden slordiger, zijn loopacties minder scherp, en in de laatste minuten die hij maakte, kwam hij nauwelijks meer in het spel voor.
Fysiek tekort blootgelegd
De conclusie is pijnlijk helder: de intensiteit van het Ajax-spel overrompelde Moro. Dat is niet per se een ramp – hij komt uit een totaal ander ritme, speelde bij Lazio én werd tussendoor verhuurd, en zit pas net in de voorbereiding. Maar het moment op de bank, waarin hij zichtbaar aan het bijkomen was van het Ajax-tempo, was voor trainer John Heitinga ongetwijfeld een signaal.
Niet qua inzet – die was er volop – maar qua belastbaarheid. Ajax speelt op hoog tempo, met hoge eisen aan pressing en omschakeling. Als flankspeler moet je niet alleen kunnen sprinten, maar blijven sprinten. Moro is daar nog niet.
Potentie genoeg, maar werk aan de winkel
Zijn optreden gaf genoeg reden tot optimisme. De techniek, het spelinzicht, zijn durf in één-tegen-één-situaties – het is duidelijk waarom Ajax in hem investeerde. Maar die investering moet nog renderen, en dat kost tijd. Moro zal fysiek sterker moeten worden en tactisch verder moeten groeien om structureel een verschil te maken.
In een voorbereiding waar spelers zich moeten tonen, toonde hij in elk geval inzet. Maar ook zijn kwetsbaarheid.
Symbolisch debuut, menselijke indruk
Het was een debuut dat meer zei dan alleen wat statistieken kunnen vangen. Niet perfect, niet rampzalig. Wel veelzeggend. Moro toonde flarden van zijn talent, maar ook de realiteit van een speler die nog een flinke sprong moet maken.
Zijn uitgeputte houding op de bank maakt hem menselijk. Maar in het topvoetbal draait het uiteindelijk om inhoud, om minuten maken op vol vermogen. Voor Ajax is het nu zaak om van dit ruwe talent een vaste kracht te smeden. De bal ligt bij Moro – en bij de medische staf.
De volgende oefenwedstrijd zal al iets meer duidelijk maken: was dit een eenmalige fysieke terugslag, of het begin van een lange inhaalrace?
