Drommel kijkt recht in de camera: “Zuur, maar het is een oefenpot”
Een dag eerder trainde Joël Drommel voor het eerst mee met zijn nieuwe ploeggenoten. 24 uur later stond hij onder de lat tegen De Graafschap. Dat bleek geen ideale voorbereiding. De goalie, gehuurd van PSV, veroorzaakte direct twee tegendoelpunten en oogde onzeker in zijn eerste minuten voor Sparta.
Na afloop blijft Drommel nuchter voor de camera van ESPN. “Twee ketsers, heel makkelijk gezegd. De eerste wil ik voetballend oplossen, de derde (doelpunt, red.) gaat onder m’n hand door. Ze liggen er allebei in. Dat is gewoon kut, maar ik ga het snel vergeten,” zegt hij met droge ogen.
De doelman erkent dat het niet zijn avond was, maar wil er ook niet te zwaar aan tillen. “Het is een oefenwedstrijd. Ik heb gisteren voor het eerst met de jongens getraind. Het is even zuur, maar we gaan weer door. Ik ben hier gekomen om minuten te maken en ik voel het vertrouwen van de trainer.”
Steijn: “Achteraf had ik hem moeten laten wachten”
Waar menig trainer na zo’n optreden de keepershandschoenen op de borst van de doelman had gelegd, is Maurice Steijn opvallend mild. Integendeel: de coach neemt het volledige debacle op zich. “Eigenlijk is het mijn verantwoording,” stelt hij onomwonden.
“Ik wist dat hij nog nauwelijks met de groep had gewerkt. Hij kwam pas gisteren binnen. Maar Joël wilde zó graag spelen. Achteraf had ik misschien moeten zeggen: wacht even een weekje, leer de groep eerst kennen. Deze gaat op mijn conto,” aldus Steijn, die daarmee openlijk achter zijn nieuwe doelman blijft staan.
Vertrouwen of verantwoordelijkheid?
De vraag is of dat vertrouwen standhoudt als de fouten zich herhalen zodra het seizoen écht begint. Drommel, die bij PSV nooit een vaste waarde werd en zich moest schikken achter Walter Benítez, hoopt in Rotterdam eindelijk weer ritme en zelfvertrouwen op te doen. De kans op speelminuten is er, maar zijn eerste indruk is er een om snel te overschrijven.
Na rust werd Drommel uit voorzorg gewisseld, volgens afspraak. Zijn vervanger Filip Bednarek kreeg de tweede helft, maar was amper getest. Voor Drommel rest voorlopig vooral de training — en de kans om zichzelf alsnog in het doel te spelen.
Dat hij daar de tijd voor krijgt, lijkt duidelijk. Maar de lat ligt hoog. Zelfs in oefenduels.
