Vaarwel miljoenen, hallo jeugd
Hoewel Ajax zich opmaakt voor een zomer vol uitgaande transfers – onder anderen Kenneth Taylor, Brian Brobbey, Jorrel Hato en Josip Sutalo staan nadrukkelijk in de belangstelling – mag slechts 40 procent van de opbrengsten opnieuw geïnvesteerd worden. De overige miljoenen verdwijnen in de gaten van de financiële huishouding of blijven op de plank liggen, bedoeld voor structurele kostenbesparingen.
Het gevolg: de nieuwe trainer zal niet met een blik ervaren aankopen mogen schuiven, maar moet aan de slag met wat er al in huis is. Vooral talenten uit de jeugdopleiding zullen de vrijgekomen plekken in de selectie moeten opvullen.
Jonge talenten krijgen duwtje omhoog
Een reeks jongelingen mag zich opmaken voor een prominente rol op de achtergrond. Namen als Aaron Bouwman, Lucas Jetten, Sean Steur, Rayane Bounida, Jan Faberski en Don-Angelo Konadu worden expliciet genoemd als kandidaten voor de posities 18 tot 25 binnen de eerste selectie. Ze mogen zich vanaf daar bewijzen – met het risico dat hun ontwikkeling plaatsvindt onder hoogspanning, in een elftal dat direct moet presteren.
Farioli hield jeugd tegen, Kroes gooit het roer om
Volgens het AD was Farioli terughoudend in het inpassen van jeugdspelers. De Italiaanse trainer vond het merendeel ‘nog niet klaar’ voor het grote werk. Onder Kroes is die aarzeling geen optie meer. Er móét ruimte komen voor eigen doorstroming, en er móét worden bezuinigd. Dat zijn de twee speerpunten van het nieuwe beleid.
Transferzomer zonder koopdrift
De verwachting dat Ajax deze zomer flink gaat inkopen na het mislopen van de titel, blijkt dus onrealistisch. Kroes wil af van de topsalarissen en het aankoopbeleid van de afgelopen jaren, dat weinig rendement opleverde en de financiële balans uit het lood sloeg. Ajax moet weer op eigen benen leren staan – sportief én financieel.
Voor de nieuwe hoofdtrainer betekent dat een uitdagend startpunt: bouwen met beperkte middelen, vertrouwen op talenten zonder ervaring, en tegelijkertijd de druk voelen van een ongeduldig publiek.
De vraag is dan ook niet alleen wie de nieuwe trainer wordt, maar vooral: wie durft het aan?