Ajax zonder grip, zonder plan
“In de eerste helft werden ze gewoon van het kastje naar de muur gespeeld,” begon Afellay zijn analyse bij de NOS. “Twente had de overhand op elk vlak. Het is dat ze zelf slordig waren in de afronding, anders had het bij rust gewoon 3-0 kunnen staan.”
Met name het verdedigende plan van Ajax – of het gebrek daaraan – was onderwerp van kritiek. “Ze kozen ervoor om in een laag blok te staan, maar dan moet je je positie houden,” aldus Afellay. “Zerrouki kwam steeds vrij omdat Hlynsson naar de zijkant uitweek. Dat kan gewoon niet.”
Janssen: “Wat ís dit?”
Ook Theo Janssen keek met stijgende verbazing naar de eerste 45 minuten. “Dit is echt heel bizar. Als je in een laag blok speelt, moet je de as dichthouden. Ajax deed precies het tegenovergestelde. Ze lieten zich helemaal uit elkaar trekken en gingen ook nog eens hun man volgen.”
Volgens Janssen zat er geen enkele compactheid in het elftal van Heitinga. “In een laag blok hoor je dicht op elkaar te staan, mee te schuiven, samen te bewegen. Niet als losse pionnetjes rennen.”
Verbetering na rust – maar te laat?
In de tweede helft kwam er wél een ander Ajax uit de kleedkamer. Afellay: “Toen zag je dat Baas meer naar het centrum ging staan, hij durfde uit te stappen, het geheel werd beter georganiseerd.” Het leverde uiteindelijk resultaat op, al blijft de vraag waarom het zolang duurde voor de ploeg tactisch op orde was.
Opluchting of rookgordijn?
Dat Ajax uiteindelijk alsnog met drie punten huiswaarts keerde, verhult volgens de analisten niet dat het structureel mis zit in de organisatie. “Het mag dan 2-3 worden, maar als je zo speelt in de eerste helft, zegt dat alles over waar deze ploeg staat,” stelt Afellay.
Janssen sluit af met een waarschuwend woord: “Een uitslag zegt niet altijd alles. Ajax mag blij zijn dat Twente het niet eerder afmaakte. Wat ze lieten zien voor rust, is gewoon niet het niveau van een topclub.”
Met wedstrijden tegen betere tegenstanders op het programma, zal Heitinga snel meer moeten doen dan alleen corrigeren na rust. Want nog een keer zo’n helft als in Enschede — en de schade is wél fataal.