Eén bocht bepaalt alles
Op papier leek de GP van de Verenigde Staten een race met potentie. Russell kende een redelijke start, maar kwam in de openingsbocht klem te zitten achter Lando Norris. Charles Leclerc dook buitenom voorbij, terwijl Oscar Piastri en teamgenoot Lewis Hamilton hem binnendoor verschalkten. Na die eerste bocht was het gedaan: zesde bij het uitkomen, zesde aan de finish.
Een race, aldus Russell, waarin de kwalificatie en de start allesbepalend zijn geworden. “Het is momenteel een sprint naar bocht 1. Daarna zit iedereen vast in een treintje,” verzucht hij bij Sky Sports F1. De Brit ziet een zorgelijke trend in de sport die hij liefheeft: de actie verdwijnt.
Robuuste banden, doodsaaie races
Volgens Russell ligt de kern van het probleem bij de Pirelli-banden. De huidige generatie is volgens hem te duurzaam, waardoor slijtage nauwelijks nog een rol speelt. En juist dát was altijd de sleutel tot spanning: wie zijn banden beter beheerde, kon later in de race toeslaan.
“Op elk circuit heb je minstens een halve seconde per ronde sneller nodig om iemand in te halen,” legt Russell uit. “Vroeger kon dat nog door slimme strategieën of beter bandengebruik. Nu zijn de verschillen tussen de topauto’s miniem en de banden té constant. Daardoor is het onmogelijk geworden om op eigen kracht naar voren te rijden.”
Russell verwijst naar races uit het recente verleden waarin twee of zelfs drie pitstops nodig waren vanwege bandenslijtage. Dat dwong teams tot risico’s, coureurs tot vechten op de baan. Nu? “Ik kan me niet eens meer herinneren wanneer we voor het laatst een race met twee stops hadden.”
Volgafstand en vuile lucht
Bovenop het bandendebat speelt een oud probleem: vuile lucht. Auto’s die achter een concurrent rijden, verliezen downforce en koeling. Inhalen vereist dus een aanzienlijk snelheidsverschil, wat volgens Russell simpelweg niet meer te realiseren is met het huidige materiaal. “Er zit slechts drie tienden verschil tussen de snelste en de langzaamste auto in de top zes. Dat is veel te weinig.”
Kritiek met een doel?
Russell’s woorden zijn hard, maar niet ongegrond. Ook andere coureurs hebben in het verleden hun zorgen geuit over het gebrek aan actie en strategie. Pirelli ligt al langer onder vuur, al is de marge waarbinnen zij moeten opereren nauw: veilige banden leveren, maar ook bijdragen aan spektakel.
Toch klinkt in Russell’s kritiek vooral frustratie door. Niet per se over zijn eigen resultaat, maar over het gebrek aan racen in een sport die daar ooit om draaide. “Als ik als derde uit bocht 1 was gekomen, had ik op het podium gestaan. Maar ik kwam als zesde uit de bocht… en eindigde als zesde.”
De analyse is glashelder. De conclusie pijnlijk simpel. En de oplossing? Die lijkt voorlopig net zo ongrijpbaar als een inhaalactie op Circuit of the Americas.