Het eigen vermogen is opgelopen tot 37 miljoen euro, waarmee de club voor het eerst in jaren stevig op eigen benen staat. En dat terwijl Feyenoord afgelopen seizoen sportief gezien ‘slechts’ derde werd in de Eredivisie.
Champions League geeft stevige duw in de rug
De financiële groei komt mede door de deelname aan de Champions League, waarin de ploeg van toenmalig coach Arne Slot (en later Robin van Persie) tot de achtste finales reikte. De miljoenen die daarmee gemoeid zijn, zorgden voor een flinke boost in de begroting.
Volgens de club is dit echter niet het hele verhaal. “Ook de opbrengsten uit partnerships, lidmaatschappen en mediabaten vertoonden een gezonde groei,” meldt Feyenoord via de officiële kanalen. De commercie doet het dus óók prima.
Transfers brengen miljoenen op
Daarnaast was het transferbeleid opnieuw een lucratieve inkomstenbron. Spelers als Mats Wieffer (Brighton), Lutsharel Geertruida (RB Leipzig) en Santiago Giménez (AC Milan) leverden gezamenlijk tientallen miljoenen op.
En volgens financieel directeur Pieter Smorenburg is het beleid helder: verkopen, maar ook weer investeren. “Een aanzienlijk deel van de transferopbrengst is geherinvesteerd in de selectie, die daarmee zowel kwantitatief als kwalitatief is versterkt.”
Van Persie, Academy en de lange adem
Feyenoord benadrukt dat de successen geen toeval zijn, maar het resultaat van jarenlange opbouw. “We hebben voortgebouwd op het succes van de afgelopen jaren, met een focus op structurele waardecreatie,” zegt Smorenburg.
De jeugdopleiding – al decennialang de trots van de club – blijft daarin centraal staan. Onder de nieuwe hoofdtrainer Robin van Persie krijgen talenten opnieuw de ruimte om door te stromen. Feyenoord wil niet alleen kopen en verkopen, maar ook opleiden en behouden.