Van spandoek naar berisping
Tijdens de bekerhuldiging van Go Ahead Eagles toonde Edvardsen een spandoek waarop hij werd afgebeeld als GTA-personage, terwijl het hoofd van Goes vastzat aan een ketting als hond. De boodschap ging viraal, en leverde de Zweed niet alleen kritiek maar ook een berisping op van de aanklager betaald voetbal. Een schorsing bleef uit, waardoor hij zondag gewoon in actie kon komen tegen AZ.
De spits had al eerder contact gezocht met Goes, maar dat liep op niets uit. “Ik had hem een bericht gestuurd, maar hij moest zich toen focussen op een wedstrijd,” vertelt Edvardsen aan ESPN. “Vandaag had ik eindelijk de kans om hem persoonlijk aan te spreken. Ik heb sorry gezegd. Het was niet netjes van me.”
Emoties en spijt
Volgens Edvardsen was de actie ingegeven door emotie, niet door rancune. “Ik voelde op dat moment veel, en dat kwam er op een verkeerde manier uit. Achteraf zag ik zelf ook hoe kinderachtig het overkwam. Zo wil ik niet bekend staan.”
Goes, die met AZ een 0-3 overwinning boekte, reageerde niet uitgebreid op het incident. Wel zou hij de handdruk van Edvardsen hebben geaccepteerd zonder verdere woorden.
Van Bommel hekelt gedrag na bekerfinale
AZ-speler Ruben van Bommel stoorde zich eerder al aan het gedrag van bepaalde spelers na de verloren bekerfinale. “Ik ga geen namen noemen,” aldus Van Bommel bij de NOS. “Maar sommige uitspraken die nadien werden gedaan over onze spelers, zijn respectloos. Na het laatste fluitsignaal moet het klaar zijn. Dan geef je elkaar een hand en klaar.”
Hoewel Van Bommel geen namen noemde, lijkt de boodschap duidelijk gericht aan de kant van Go Ahead Eagles.
Einde rel of alleen de schil?
De excuses van Edvardsen zijn in elk geval een stap richting verzoening. Maar de bredere nasleep van de bekerfinale – waarin verbale steken onder water en provocaties de toon voerden – laat zien dat sportieve rivaliteit soms doorslaat in persoonlijk venijn.
Of de lucht nu echt geklaard is, zal de tijd leren. Maar voor Edvardsen was het in elk geval duidelijk: “Ik moest hem de hand schudden. Dat was het minste wat ik kon doen.”